Handen uit de mouwen

Gepubliceerd op 12 januari 2023 om 08:53

We laten de natuur het liefst haar gang gaan. Maar helaas is de menselijke aanwezigheid op deze planeet zo nadrukkelijk aanwezig dat we stevig moeten bijsturen. Doen we dat niet, dan groeit alles binnen de kortste keren helemaal dicht met plantensoorten die ons gelijke zijn als het gaat om hinderlijke aanwezigheid. Dan groeit alles vol met brandnetel en braam en worden ook de sloten onleefbaar voor ongeveer alles behalve eendenkroos en bloedzuigers als muggenlarven en bloedzuigers.

Het zal onze eigen gesublimeerde bloeddorst zijn dat we bramen en brandnetels te vuur en te zwaard bestrijden en dat we met zekere regelmaat de sloten uitbaggeren (op basis van spierkracht). Maar we zien ook resultaat van onze noeste arbeid. Zo zien we steeds weer andere vogelsoorten, paddenstoelen, insecten en spinnen, zelfs de zweefvlieg, die zwaar onder druk staat, is hier volop aanwezig evenals de kikker.

Biotooptjes in de wilgen

De paradox is dat juist door het ingrijpen in de natuur de natuur rijker wordt. Natuurlijk is het een lapmiddel en zou het fijner zijn als we de gevolgen van een teveel aan stikstof niet zouden moeten neutraliseren, maar niets doen is geen optie. Uiteraard betekent dat niet dat we streven naar een steriel terrein. Om een voorbeeld te geven we knotten de wilgen eens in de vier jaar, maar bij ins betekent dat, dat elke jaar een kwart van de wilgen wordt gekortwiekt. Op die manier hebben we een hele verscheidenheid aan biotooptjes in de wilgen.
De brandnetels worden min of meer gedoogd, waar we er geen last van hebben mogen ze lekker blijven staan want ze gelden als waardplanten voor verschillende vlindersoorten. Dat geldt ook voor de bramen, maar die laten zich aanzienlijk moeilijker temmen.

De sloten vormen een verhaal apart. Wij houden ze regelmatig op diepte en verwijderen in het najaar de meest, maar niet alle oeverplanten. Gelukkig mag dat tegenwoordig. De meeste sloten in de omgeving zijn erg ondiep omdat het waterpeil laag wordt gehouden en dat maakt dat ze heel snel opwarmen en afkoelen en dat is voor vissen en amfibieën en eigenlijk alle andere levensvormen erg ongunstig. Zo leidt de snelle opwarming tot een sterke afname van het zuurstofniveau. Overigens heeft dat ook al te lijden onder het overvloedige eendenkroos.

Dat kroos belemmert toetreding van zonlicht waardoor andere waterplanten moeite hebben te overleven. Kroos zelf (onder andere geholpen door een te rijk milieu) groeit exponentieel waardoor een groot deel afsterft, naar de bodem zinkt en begint te rotten. Dat rottingsproces heeft aanvankelijk zuurstof nodig en als dat op is, gaat het over op een andere vorm van verotting (anaeroob) waarvoor geen zuurstof nodig is en waarbij methaan en CO2 vrijkomt.

Glas wijn

Maar treuren heeft geen zin en weliswaar kunnen we de wereld niet redden, maar op onze hectare kunnen we op zijn minst een bescheiden bijdrage leveren. Mocht u zich geïnspireerd voelen dan zetten we u graag aan het werk. U krijgt daar niets voor terug, nou ja wellicht een bord soep en een glas wijn, vieze kleren, een zweetuitbraak, spierpijn en eeltige knoesten. Bovendien moet u zich ook nog gedwee laten leiden, want zoals u inmiddels wel begrepen zult hebben, dat ruwebonkenwerk is nog verrekte genuanceerd en vergt een hoge mate van fijngevoeligheid. Daar staat dan weer tegenover dat uw sociale score met sprongen omhoog gaat als u terloops opmerkt dat u de overlevingskansen van de gehakkelde aurelia of het tiendoornig stekelbaarsje heeft vergroot met respectievelijk kettingzaag en baggerbeugel.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.